Imej halaman
PDF
EPUB

Elle est supportée par tous les héritiers et, en cas d'insuffisance, par tous les légataires particuliers, proportionnellement à leur émolument.

„Toutefois, si le défunt a expressément déclaré que tel legs sera acquitté de préférence aux autres, il sera fait application de l'article 927 du code civil."

De openbare meening in Frankijk heeft het wetje van 1891 met groote ingenomenheid ontvangen. De dagbladen van verschillende richtingen (b.v. de Temps van 25 Maart) wijdden er beschouwingen aan, en opmerkelijk zijn vooral de van kritische waardeering getuigende woorden waarmede ALBERT BATAILLE, de kundige rechtsgeleerde medewerker van den Figaro, zijn eindoordeel resumeerde:

Il y a une innovation timide; mais il faut savoir se contenter de peu.

La justice voudrait que deux époux unis par un lien bien autrement puissant que la parenté, puisqu'il est volontaire, heritassent l'un de l'autre, le patrimoine des enfants une fois sauvegardé et le pain des aïeuls une fois assuré.

Quant aux arrière-cousins, nons ne verrions aucun inconvénient à abolir l'héritage en ce qui les concerne et à en faire bénéficier l'Etat, qui pourrait alors venir en aide d'une façan plus effective à cette grande famille sans patrimoine: les pauvres."

ITALIË.

Tot 1o. Januari 1866 - ik behoef dit slechts even te herinneren bestond op het Italiaansche schiereiland het grootst mogelijke verschil in burgerlijke wetgeving. Dien ten gevolge was ook het erfrecht op de meest verschillende wijzen geregeld, en bestonden ook omtrent de rechten van den langstlevenden echtgenoot bepаlingen van zeer verschillenden oorsprong. In het grootste deel van Italië hadden deze echter alle ongeveer denzelfden inhoud, en dit behoeft niet te verwonderen: zoowel dáár, waar, gelijk op het vroegere grondgebied van het koninkrijk der Beide Siciliën en van het hertogdom Modena, wetboeken golden, die een min of meer onafhankelijke navolging waren van den Code Napoléon, alsook dáár, waar, gelijk in het vroegere hertogdom Toscane of in den Kerkelijken Staat, het oude recht van vóór den tijd der codificaties was blijven gelden, werd de langstlevende echtgenoot achtergesteld bij alle bloedverwanten in den erfelijken graad, bleef onaangetast het beginsel der bonorum possessio unde vir et uxor, hoogstens hier en daar gemitigeerd door het recht der Novellae van Justinianus. De hertogdommen Parma, Piacenza en Guastalla kenden sedert 1820, bij ontstentenis van kinderen, aan den echtgenoot toe het vruchtgebruik van één kwart der nalatenschap (tevens legitieme portie) en, zoo de overledene natuurlijk kind was, den vollen eigendom van twee derden. Alleen het burgerlijk wetboek (1837) van het koninkrijk Sardinië kende een erfrecht van den langstlevenden echtgenoot ook bij aanwezigheid van kinderen, en de artt. 956-961 van dien Codice Albertino zijn het prototype van de regeling der materie in het thans geldende Italiaansche wetboek.

Eerst dit wetboek, dat de Italianen zoo gaarne met den naam van den populairen stichter hunner nationale éénheid als hunnen Codice Vittorio Emmanuele aanduiden, dat de zoolang gewenschte éénheid van burgerlijk recht aan het koninkrijk gegeven heeft, bracht ook op dit punt overal verandering en verbetering. Dezelfde vrijmoedigheid, dezelfde breedheid van opvatting, dezelfde zin voor billijkheid en utiliteit, waardoor de Italiaansche regeering (bij de wet van 2 April 1865 met exceptioneele machtsbevoegdheid bekleed, en zich in hoofdzaak richtende naar het advies van eene uit voorname juristen bestaande commissie) bij het samenstellen van haar wetboek zich doorloopend heeft onderscheiden, deed haar omtrent het erfrecht van den langstlevenden echtgenoot bepalingen formuleeren, die zich zeer gunstig van de artt. 723 en 767 van den Code Napoléon onderscheiden niet alleen, maar die ook, zoo zij vooral niet in de laatste plaats den Franschen wetgever tot navolging aangespoord hebben, zeker nog niet door zijn later werk overtroffen of zelfs maar geëvenaard zijn.

Vooreerst regelen de volgende artikelen het erfrecht ab intestato van den langstlevenden echtgenoot:

„753. Quando al coniuge defunto siano superstiti figli legittimi, l'altro coniuge ha sull' eredità di lui l'usufrutto dı una porzione ereditaria eguale a quella di ciascun figlio, compreso nel numero dei figli anche il coniuge.

„Concorrendo figli naturali con legittimi, l'usufrutto del coniuge è di una porzione eguale a quella che tocca a ciascun figlio legittimo.

„Tale porzione di usufrutto non può mai essere maggiore del quarto della eredità, e può essere soddisfatta nel modo stabilito dell' art. 819. 19).

„754. Se non vi sono figli legittimi, ma ascendenti o figli naturali, o fratelli o sorelle, o loro discendenti, è devoluta in proprietà al coniuge superstite la terza parte dell' eredità.

„Se però il coniuge concorre a un tempo con ascendenti legittimi e con figli naturali, non ha diritto che al quarto della eredità.

„755. Quando il defunto lasciasse altri parenti successibili, l'eredità si devolve al coniuge pei due terzi.

„Gli si devolve per intero nel caso che il defunto non lasci parenti successibili entro il sesto grado.

„756. Il coniuge concorrendo con altri eredi, deve imputare alla sua porzione ereditaria ciò che acquista in forza delle convenzioni matrimoniali e dei lucri dotali.

„757. I diritti di successione accordati al coniuge superstite non spettano al coniuge, contro cui il defunto abbia ottenuto sentenza di separazione personale passata in giudicato."

Aan deze bepalingen zijn toegevoegd de volgende artikelen omtrent de legitieme portie van den langstlevenden echtgenoot:

„812. Il coniuge contro cui non sussista sentenza di separazione personale passata in giudicato, ha diritto sulla eredità dell' altro coniuge, nel caso che questo lasci figli legittimi o loro discendenti, all' usufrutto di una porzione eguale a quella che spetterebbe a ciascun figlio a titolo di legittima, comprendendo nel numero dei figli anche il coniuge.

„813. Se il testatore non lascia discendenti ma ascendenti, la parte riservata al coniuge è il quarto in usufrutto.

„814. La quota di usufrutto del coniuge è il terzo, quando il testatore non lascia nè discendenti nè ascendenti avendo diritto a legittima.

„818. La porzione dovuta al coniuge ed ai figli naturali non porta diminuzione della legittima spettante ai discendenti legittimi od agli ascendenti, e forma così una detrazione della parte disponibile.

19) Naast het door dit artikel toegekende vruchtgebruik blijft onverminderd het vruchtgenot van de goederen der minderjarige kinderen volgens art. 228 C. V.-E. (overeenkomend met art. 384 C. C. en art. 366 B. Wb.)

„819. È in facoltà degli eredi di soddisfare alle ragioni del coniuge o mediante l'assicurazione di una rendita vitalizia, 20) o mediante l'assegno dei frutti di beni immobili o capitali ereditari da determinarsi d'accordo, e altrimenti dall' autorità giudiziaria, avuto riguardo alle circonstanze del caso.

„Sino al che il coniuge non sia soddisfatto delle sue ragioni, conserva i suoi diritti di usufrutto su tutti i beni ereditari.

„820. Il coniuge superstite ed il figlio naturale, per le quote di usufrutto o di proprietà rispettivamente loro attribuite, godono degli stessi diritti e delle stesse garanzie di cui godono i legittimari riguardo alla legittima, salvo ciò che è stabilito dagli art. 815 e 819 21.)

„Ma si il coniuge come il figlio naturale, oltre quanto sia loro lasciato per testamento, devono imputare alle rispettive quote, il primo tutto ciò che gli sia pervenuto per effetto delle convenzioni matrimoniali, il secondo tutto ciò che abbia ricevuto in vita dal genitore e che sia soggetto ad imputazione, a norma delle disposizioni contenute nella sez. IV del capo III di questo titolo."

Zoodat hier in hoofdzaak de volgende punten opmerkenswaardig zijn:

1°. dat het erfrecht ab intestato van den niet bij onherroepelijk vonnis van scheiding in het ongelijk gestelden echtgenoot bestaat:

bij aanwezigheid van wettige kinderen, uit een kindsdeel (doch niet hooger dan een vierde) van de nalatenschap in vruchtgebruik;

bij ontstentenis van wettige kinderen en aanwezigheid van andere bloedverwanten binnen den zesden graad, uit een deel (een kwart, een derde, twee derden) van de nalatenschap in vollen eigendom;

20) Hier ontbreekt de door den Franschen wetgever gestelde voorwaarde: moyennant suretés suffisantes.

21) Art. 815 heeft alleen op de natuurlijke kinderen, art. 819 alleen op den echtgenoot betrekking. Derhalve werd de tekst van het eerste door mij niet medegedeeld.

bij ontstentenis van alle bloedverwanten binnen den zesden graad, uit de geheele nalatenschap in vollen eigendom. 20. dat de echtgenoot, met andere erfgenamen de nalatenschap deelende, voor de berekening van zijn erfdeel de bij huwelijksvoorwaarden of door huwelijksgift verkregen 22) voordeelen moet inbrengen.

30. dat de legitieme portie van den niet bij onherroepelijk vonnis van scheiding in het ongelijk gestelden echtgenoot in alle gevallen zonder onderscheid hem wordt toegekend in vruchtgebruik, en wel:

bij aanwezigheid van wettige kinderen, over een kindslegitieme portie;

bij ontstentenis van wettige kinderen en aanwezigheid van andere legitimarissen, over een kwart; en

bij ontstentenis van alle legitimarissen, over een derde van de nalatenschap.

4°. dat die legitieme portie geen afbreuk mag doen aan de legitieme portie van wettige kinderen of ascendenten, maar in mindering komt van wat de Code Civil noemt de quotité disponible 23); dat de andere erfgenamen haar voldoen kunnen door middel van een lijfrente of van aan te wijzen inkomsten uit onroerend goed of uit ander kapitaal van de nalatenschap; dat

22) Tot recht verstand van deze bepaling (art. 756) behoort hier de herinnering, dat de C. V.-E., voor Italië het dotale regime als regel beschouwende, de gemeenschap van goederen niet kent, integendeel haar verbiedt (art. 1433), alleen de gemeenschap van winst en verlies toelaat (art. 1434-6), en alle niet tot de huwelijksgift behoorende goederen der vrouw als hare paraphernalia wil aangemerkt hebben (art. 1425), zoodat, wie zonder huwelijksvoorwaarden en zonder vastgestelde huwelijksgift getrouwd zijn, buiten alle gemeenschap leven.

23) De bedoeling dezer bepaling (art. 818) wordt het best verduidelijkt door twee voorbeelden:

1o. Nalatenschap te verdeelen over vier kinderen en echtgenoot. Ab intestato erft de echtgenoot, (art. 753) het vruchtgebruik van één vijfde. Bij testament is de legittima der gezamenlijke kinderen de helft der nalatenschap, (art. 805), derhalve die van den echtgenoot gelijk aan het vruchtgebruik van één vijfde dier legittima (art. 812) of van een tiende der nalatenschap; maar blijft die heele legittima aan de vier kinderen verzekerd, en wordt de legittima van den echtgenoot genomen van de andere helft der nalatenschap, de parte disponibile, zoonoodig door inkorting van de 't verschil te boven gaande testamentaire beschikkingen.

2o. Nalatenschap te verdeelen over een of meer ouders of grootouders en

« SebelumnyaTeruskan »